Wanneer pleegouders besluiten uit elkaar te gaan, is het belangrijk om goede afspraken te maken over de zorg voor hun pleegkind. Dit artikel legt uit hoe pleegouders de zorg kunnen verdelen en waar ze rekening mee moeten houden tijdens dit proces.
Zorg en verblijf voor het pleegkind
Pleegouders die uit elkaar gaan, hebben verschillende opties om de zorg voor hun pleegkind te regelen:
- Co-pleegouderschap: Beide pleegouders blijven betrokken en delen de zorg. Dit is alleen mogelijk als beide nieuwe huishoudens geschikt zijn als pleeggezin.
- Eén pleegouder: Slechts één van de pleegouders zorgt voor het kind, als dit in het belang van het pleegkind is. Overleg vindt plaats met de voogd of pleegzorgbegeleider en het kind zelf.
In sommige gevallen kunnen er twee nieuwe pleegcontracten opgesteld worden, maar dit verschilt per pleegzorgorganisatie. Er is op dit moment geen landelijke regeling hiervoor.
Afspraken maken
Wanneer pleegouders uit elkaar gaan en zij niet de voogdij hebben, dienen ze samen met de (gezins)voogd of pleegzorgbegeleider afspraken te maken over:
- Waar het pleegkind gaat wonen.
- Hoe de opvoeding wordt verdeeld, eventueel via co-ouderschap.
- De omgangsregeling met de pleegouder bij wie het kind niet woont.
- De verdeling van de pleegvergoeding.
Ouderschapsplan bij pleegoudervoogdij
Als beide pleegouders pleegoudervoogd zijn en zij gehuwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben, moeten ze bij scheiding een ouderschapsplan opstellen. Dit is wettelijk verplicht en bevat afspraken over zorg en opvoeding. Het plan wordt samen met het pleegkind en de pleegzorgbegeleider besproken. Als pleegouders er niet uitkomen, kan een mediator helpen.
Als de pleegouders geen pleegoudervoogd zijn, is een ouderschapsplan niet verplicht, maar afspraken moeten wel met de voogd en pleegzorgbegeleider gemaakt worden.
Wat is pleegoudervoogdij?
Bij pleegoudervoogdij heeft iemand anders dan de biologische ouders gezag over het kind. De voogd is verantwoordelijk voor belangrijke beslissingen en de algehele zorg en opvoeding van het pleegkind. Soms zijn de pleegouders zelf de voogd, dan worden zij pleegoudervoogd genoemd, maar het kan ook een externe voogd zijn die bij een instelling werkt.